Dag 57: Talus-Saint-Prix - Sézanne (16 km) - Reisverslag uit Sézanne, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu Dag 57: Talus-Saint-Prix - Sézanne (16 km) - Reisverslag uit Sézanne, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu

Dag 57: Talus-Saint-Prix - Sézanne (16 km)

Blijf op de hoogte en volg Petra N.

17 Maart 2014 | Frankrijk, Sézanne

De abdij van Reclus waar wij vannacht hebben geslapen is gesticht in 1142. Wij slapen in een kamer waar vroeger een van de monniken sliep. In 1567 is de abdij gedeeltelijk verwoest door plunderende protestanten tijdens de godsdienstoorlog. Tijdens de Revolutie werd het verkocht als zijnde nationaal bezit. Tijdens de Duitse bezetting bivakkeerden de Duitsers hier. Op sommige deuren zijn de ingekerfde namen nog te zien van de officieren die hier hun kamer hadden.

We eten onze magnetronmaaltijd op de kamer, want nu de zon weg is wordt het erg koud in de vertrekken. We slapen het klokje rond.

's Ochtends ontbijten we van wat Marianne meebracht en maken er zelfs nog een lunchpakket mee.
Even voor negenen komt de eigenaar, meneer Poupinel. Er ontstaat wat discussie tussen hem en Kathey. Hij gaat weg en Kathey legt me uit dat hij vijftig euro per persoon vroeg, terwijl in ons boekje twintig staat, per persoon per kamer. Wij gaan achter hem aan om te betalen en ik leg twintig euro neer. Ik krijg tien van Kathey. Nu blijkt dat hij niet meer wil hebben, heel bijzonder...

We lopen de tuin uit die nog beneveld is. Het waait en het is kouder dan gister.

Via een bospad met modder en waterplassen lopen we stijl omhoog, hier worden we wel warm van. We komen uit in Trou-de-Margot, een klein gehuchtje met oude huizen. Hier nemen we een korte pauze in een bushokje met bank.
We lopen het dorpje uit via een landweggetje dat langs een oude eik gaat. Door de mist lijkt het alsof de takken van de eik in de lucht grijpen.

Via een nat graspad komen we uit bij een menhir, zo eentje die Obelix op z'n rug droeg, van Asterix en Obelix.

Het pad komt uit op een weg dat naar Chapton leidt. Hier staat een oude watertoren en een waterput. We slaan af door de velden richting Lachy. Kathey heeft een zere rug en wil een pauze. Ik wil doorlopen, want mijn sokken zijn kleddernat, het waait hier op de vlakte en het is koud. Eerder zou ik me aanpassen, maar nu wil ik dat niet. Ik wil immers mijn tocht volbrengen en dat kan alleen als ik goed voor mezelf zorg. Hoe leg ik dat vriendelijk uit in het Frans? Ik herinner me woordjes van Kathey en gebruik de vertaler en zo lukt het, de boodschap komt over.

Ik loop alleen verder en dat is ook wel weer fijn: mijn eigen tempo, genoeg ruimte... Bij de kerk ga ik op de stenen trap zitten die is opgewarmd door de zon die inmiddels schijnt. De sokken en schoenen leg ik te drogen op het muurtje. Inmiddels is Kathey er ook en eten we samen de lunch. We worden aangegaapt door de schoolkinderen die worden opgehaald met de schoolbus. Ze zijn schijnbaar vrij vanmiddag.

Op googlemaps zie ik dat Sézanne nog vijf kilometer is, terwijl de route acht aangeeft. We kiezen voor googlemaps, wel zo gemakkelijk. Ik stop de telefoon in m'n broekzak. Vlak voor een kruispunt zegt een stem wanneer ik links of rechtsaf moet. Ik vertaal het eerst voor Kathey, naar rechts is à droite en naar links is à gouche. Maar al snel herkent ze de Nederlandse woorden.

Na een kilometer ongeveer zitten we al weer op de Via Companiensis. Even voor Sézanne gaan we in de berm zitten, tegen onze rugzak aan. Het is nu warm en we drinken wat.

Dan lopen we op een drukke weg en zien Sézanne met de grote kerk al liggen. Via de wijngaarden klimmen we omhoog en dalen we af naar de snelweg. Het dalen doe ik in een soort van huppelpasjes, het gaat best snel. Als ik me inhoud, heb ik last van m'n knieën. Kathey doet er langer over en klaagt over haar benen en rug.
We gaan via een viaduct over de snelweg naar Parijs en wandelen zo Sézanne binnen en verder naar de "Foyer Francois de Salles", wat een katholiek verzorgingshuis blijkt te zijn. We worden door een zuster naar onze kamer geleid. Ik kan m'n geluk niet op: deze lijkt zo op een van de "nonnen" in het Bonifatius hospitaal waar ik werkte. Als ze van Kathey hoort dat ik uit Nederland kom, spreekt ze Duits met mij. Nu kan ik me uitdrukken en ik begrijp haar. Ik vraag of ik met haar op de foto mag en leg uit dat ik vroeger in een katholiek ziekenhuis werkte. Ze vindt het leuk, maar het moet wel goed. Een kamerdeur gaat open, want de zon moet op ons schijnen...
Dan vraagt ze of mijn kleren gewassen moeten worden. Ik heb een enorme modderbroek. Ik vind het prima en mijn kleren gaan mee.

In de periode dat ik met mijn vriendje Jisk speelde was ik ook altijd vies. We sprongen over sloten en gleden ook vaak uit en in de sloot. De moeder van Jisk liet me kleren van hem aantrekken, zodat ik m'n eigen schone kleren weer aan kon doen als ik naar huis ging.

Ik ga 's middags even slapen en douchen, om zeven uur kunnen we aanschuiven bij het eten.

We zitten aan tafel met twee hoogbejaarde dames. Eentje schept op dat ze al honderd is. Tot haar 93ste zwom ze nog. Ze zijn erg geïnteresseerd in onze pelgrimstocht. De koekoeksklok slaat acht uur als we het toetje krijgen: een gestoofd peertje. Om half negen wordt iedereen weer naar de kamer gebracht en wij gaan ook.
Als ik op bed lig, wordt er geklopt. De zuster komt binnen met mijn schone, droge kleren. Wat een liefdevolle zorgzaamheid, het is fijn om hier op deze plek te zijn.

  • 18 Maart 2014 - 00:04

    Eugene:

    Hoi Petra, Het gaat super zo lees ik. Wett je al of je via Troyes en Chaource gaat lopen. Zo ja dan kan ik je wel wat adressen bezorgen. Laat maar weten. Mocht je twijfelen, het zijn beide hele mooie oude pelgrimssteden vind ik. Bon chemin.

  • 18 Maart 2014 - 08:53

    Baukje:

    goede morgen Petra
    daar doe je goed aan hoor zelf bepalen hoe je loopt,
    hoe vlug.....hoe lang.......je voelt zelf wel aan wat je kan
    dus je waande je even in de BONNE HOS,ik heb daar ook veel herinneringen aan
    ik werkte vroeger bij de directeur dr lindner, als kindermeisje
    vaak ging ik smiddags met de kinderen een beschuitje eten in de keuken van de kinderafdeling
    daar was een duitse zuster ditelus,maar dat is al weer 60 jaar geleden
    als de zusters oud of ziek werden gingen ze terug naar het moederhuis in MUNSTER
    heb nog heel lang contact met haar gehad,
    sorrie Petra dit gaat over jou ,maar bij mij komen ook alle dingen van vroeger weer boven
    jammer dat je de opleiding niet af kon maken,maar dan had je hilbrand ook niet ontmoet
    lieverd heb weer een goede dag sterkte veel loopplezier,je tante baukje en rose

  • 18 Maart 2014 - 09:55

    Margriet:

    Hai Petra, een mooi idee dat al eeuwen en eeuwen pelgrims opgevangen worden in kloosters. En nu ben jij er een van. Wat bijzonder. Geniet van je tocht en je ontmoetingen en trek inderdaad je eigen plan anders ga je over grenzen heen en dat red je op lange termijn niet. Het blijkt dus dat je elkaar altijd weer tegenkomt ook al volg je een ander tempo. Prachtige foto's !

  • 18 Maart 2014 - 12:04

    Joke Lam:

    Jou verhalen zijn tegenwoordig onze ochtendkrant. Heerlijk en prachtige foto's ga zo door vrouwtje. Trek je eigen plan en blijf goed voor jezelf zorgen. Je doet het fantastisch!!
    Lieve groetjes
    Jaap en Joke

  • 18 Maart 2014 - 15:04

    Ditty:

    Hoi Petra,

    Ik geniet van je verhalen. Als ik de foto van vandaag zo zie met de non dan zie je er al lekker bruin en gezond uit. Geniet van de tocht en hou aan je eigen plan en laat je niet van de wijs brengen.

    Toi Toi Toi

    Gr. Ditty

  • 18 Maart 2014 - 17:40

    Kittie:

    Beste Petra, caminoganger, ik volg al enige tijd met veel belangstelling je verslagen. Ik heb zelf twee (korte) trajecten gelopen. Vezelay-Nevers en Le Puy-Conques. In Vezelay overnacht in Galerie Calebus. Mooi oud huis vlakbij de kathedraal. Tel 03 8633 2066. In Nevers is Espace Bernadette een fijn pelgrimsonderkomen. Bon camino!,


  • 18 Maart 2014 - 18:52

    Piet Rosenhart:

    Dag Petra,
    Ik volg jouw verhalen met veel belangstelling. Een jaar geleden liep ik dezelfde route.
    In Merie sur Seine kun je goed overnachten bij de paters/broeders marianisten. Midden in het dorp. Broeder André spreekt Duits.Zij kunnen ook een overnachting regelen in Troyes in het Maison Notre Dame.(vlakbij de kathedraal)
    In Eaux - Puisseaux is een prachtige B & Bca.1km buiten het dorp (wel op de route)
    Buen Camino, Piet Rosenhart

  • 18 Maart 2014 - 22:26

    Wilma Ter Wee:

    Hoi Petra,

    Ik volg je nog steeds hoor. nu lees ik je verhaal vanavond, maar meestal 's ochtends, net voor ik naar het werk ga. Soms zit ik dan op de fiets nog over je verhalen na te denken. :)
    Het is 's ochtends al weer zo lekker licht.
    Jij bent al lekker bruin geworden. Leuk hoor die foto's er steeds bij.

    Veel plezier op je verdere tocht.

    hartelijke groeten
    Wilma

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Petra N.

Goed voorbereid de wijde wereld in - Met vertrouwen de toekomst tegemoet! Wie is toch dat kleine mannetje? In 1984 werden we lid van de Donald Duck, met als excuus dat het leuk zou zijn voor ons aanstaande eerste kind. Ondertussen zijn we alweer bijna 30 jaar lid van de DD. Vanaf 1975 tot 2001 hebben de verhalen van Douwe Dabbert als vervolgverhaal in het weekblad Donald Duck gestaan. Een Nederlandse stripreeks rond een dwerg met een magische knapzak, bedacht door tekenaar Piet Wijn (1929-2010) en scenarist Thom Roep (1952). Douwe Dabbert is een klein kabouterachtig mannetje dat allerlei vreemde avonturen beleeft, vaak met bovennatuurlijke wezens. Hij heeft een toverknapzak waarmee hij zichzelf uit de meest benarde posities kan redden omdat er altijd dingen in zitten die hem uit de brand helpen. Deze knapzak heeft hij geërfd van zijn grootvader, die zoals Douwe het zelf zegt 'een beetje toveren kon.' De knapzak bevat altijd net datgene wat Douwe nodig heeft, maar wanneer een ander de zak doorzoekt is deze doorgaans leeg, of bevat hij zaken als modder en zand. De verhalen, maar ook de tekeningen spraken mij erg aan. Later, omstreeks 2010, zocht ik een symbool passend bij de titel voor mijn eindscriptie van de Master-opleiding Special Educational Needs (SEN) met de uitstroomrichting Autismespecialist. Het onderwerp was de transitie van thuis naar uitwonend voor adolescenten met ASS, de titel: "Goed voorbereid de wijde wereld in". Deze titel koos ik omdat ik als levensloopbegeleider adolescenten met ASS vaardigheden aanleer die ze niet vanzelfsprekend ontwikkelen, maar die wel nodig zijn voor hun zelfredzaamheid. Douwe Dabbert met zijn knapzak vond ik een passend symbool voor deze jongeren. Douwe Dabbert staat symbool voor de jongere die de wijde wereld intrekt, de toverknapzak staat symbool voor de aangeleerde vaardigheden en de brug waarover Douwe Dabbert loopt voor de transitie. Na mijn scriptie schreef ik nog een supervisieverslag en maakte ik de verbinding met mijn eigen proces met als titel: "Met vertrouwen de toekomst tegemoet!" In de supervisiescriptie beloofde ik mezelf om meer te gaan genieten van mijn leven. Ik zie deze stap dan ook als een logisch vervolg van mijn levenspad.

Actief sinds 05 Okt. 2013
Verslag gelezen: 810
Totaal aantal bezoekers 244894

Voorgaande reizen:

20 Januari 2014 - 30 November -0001

Santiago de Compostela

Landen bezocht: