Dag 60: Méry-sur-Seine - Savières (19 km) - Reisverslag uit Savières, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu Dag 60: Méry-sur-Seine - Savières (19 km) - Reisverslag uit Savières, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu

Dag 60: Méry-sur-Seine - Savières (19 km)

Blijf op de hoogte en volg Petra N.

20 Maart 2014 | Frankrijk, Savières

Vannacht had ik toch weer zo'n kramp in m'n voeten dat ik er wakker van werd. Ik heb ze flink gemasseerd en ingesmeerd met Gehwoll, daarna kon ik weer goed slapen.
Om zeven uur ging de wekker en ik pakte m'n spullen weer op. Laken en sloop van het bed af en mee naar beneden. Dan vertrek ik naar de kapel tegenover mijn onderkomen van vannacht. Daar is het rustig, ik heb ook geen klokgelui gehoord, zoals in de abdijen. Ik vraag een vrouw, die de ramen lapt van een huis vlakbij, of zij weet waar de Heilige Mis is. Volgens haar is de kerk dicht en is er niks. Ik dring aan, want het is al bijna half 8 en broeder Filippe zou voor me zingen en ik wil hem niet teleurstellen. Dan sluit ze haar deur af en gaat met me mee naar het huis van de broeders. Broeder Filippe doet open in z'n gewone kleren en laat me binnen, nadat hij de vrouw bedankt heeft. Dan leidt hij me naar een kamertje waar de twee priesters en broeder Jean ook zijn. Er wordt samen hardop gepraat en de kaarsjes gaan aan. Ik kijk verbaasd en concludeer: hier is dus de Heilige Mis! Dan hoor ik broeder Filippe iets zeggen over: "voor onze pelgrim" en begint hij met heldere stem met een voorzang, de anderen volgen ingetogen. Dit raakt me zo, dat ik m'n tranen niet kan bedwingen.
De priesters verdwijnen en eentje, Andre, komt terug met een wit gewaad met een paarse band om de nek, die tot aan de grond reikt.
Om de beurt zeggen de mannen iets, volgens een vast protocol wat in een boekje staat wat ze mij laten zien. En zo nu en dan volgt gezang.
Dan weer zit iedereen, of staat iedereen of staat degene die wat zegt of zingt. Als iedereen staat, ga ik ook staan. Aan het einde wordt een beker met water, dacht ik, gevuld en wordt een bede uitgesproken. Ik hoor iets van "pain" en "vin" en denk aan het avondmaal, zoals ik dat ken in de kerk waarin ik ben groot gebracht. Dan wordt een grote ronde schijf, ter grote van een stroopwafel gezegend en in stukken gebroken: dit zal dan ouwel zijn, denk ik. De priester deelt het in vieren, "zou hij mij ook een stuk willen geven?" Dan neemt hij een stuk en neemt een slok van het drinken en veegt de rand schoon met een servet. Hij geeft een stuk ouwel aan broeder Jean, die het in het water doopt en daarna opeet. Dan ben ik aan de beurt, ik doe maar hetzelfde als broeder Jean en proef dan dat het water wijn is! En het is nog lekker fris ook. De ouwel smaakt naar een ijshoorntje. Broeder Filippe neemt een slok van de wijn, zo had het dus ook gekund. Dan ruimt hij op en drinkt de wijn uit de beker in een keer op. Er staat een karaf waar de wijn uit komt en die leegt hij in de beker en drinkt dit ook nog op, hij geniet wel van de Heilige Mis. Aan het einde wordt nog een zegen voor mij en mijn reis uitgesproken en voor mijn man en kinderen, dat volg ik wel. Dan wordt er nog een keer gezongen voor mij en schiet ik weer vol! Herinneringen aan de mooie zegen met Evert-Jan en Martha, op de dag voor vertrek en de bijzondere mooie reacties van onze kinderen daarop komen naar boven.
Dan is het opeens afgelopen en gaan we eten.
Broeder Jean lijkt mijn stemming aan te voelen, hij doet erg opgewekt tegen mij. Gister bromde hij een beetje omdat ik waarschijnlijk te nieuwsgierig was en lastige vragen stelde. Ik vroeg of hij nog familie in Keulen had en hij reageerde met een resoluut "Nee!" En op m'n vraag wat er met ze gebeurt als ze hulp nodig hebben, reageerde hij ook nors: "Dan moeten we hier weg en een plek zoeken waar men ons verzorgt".
Nu is hij erg zorgzaam naar mij. Ik eet met de mannen en André praat Engels met mij, een intelligente en sociale man. Ze zijn alle vier boven de zeventig jaar en vinden mij wel erg jong voor een pelgrim. Als ik zeg dat ik vijftig ben, is hij verbaasd. Dat is leuk om te horen. Ik bedank ze nog hartelijk dat ze mij hebben uitgenodigd om deel te nemen aan de Heilige Mis en voor hun zegen, het was erg sober en ingetogen, zo mooi om te ervaren.
Ik vraag of ik een foto van ze mag maken en dat vinden ze leuk. Met elkaar lopen ze naar buiten en willen het resultaat wel zien: ze zijn tevreden! En van broeder André krijg ik een briefje met zijn emailadres: of ik de foto wil mailen... Ik krijg een zoen en een knuffel van hem en schudt de anderen de hand. Dan vraagt de eerder zo norse broeder Jean of ik zijn tuin nog wil zien. Ik ga met hem mee en hij laat me de moestuin zien met de bramen- en bessenstruiken en de maggi-plant proeven. In een oude schuur staan bakken met wortels en zaaibloem. Het doet me denken aan de tuin van pake Geurts, de vader van mijn stiefvader in Twijzelerheide. Broeder Jean loopt met me mee naar de weg en zwaait me uit. Hoe bijzonder...
Nog helemaal beduusd zoek ik m'n weg naar het kanaal waar ik verder ga lopen. De zon schijnt en het gras is nog nat. Ik besluit m'n benen te bevrijden en de broekspijpen af te ritsen dan worden ze ook niet nat.

Ik heb er doorgaans best moeite mee om in een korte broek te lopen. M'n onderbenen zijn door de verschillende blessures scheef onder m'n knieën gegroeid, dat ziet er niet erg fraai uit. Maar hé, wie doet me wat? Ik voel me vrij en geniet van de wind om m'n benen.

Ik zie overal bijen, hommels en vlinders vliegen, koolwitjes, citroenvlinders en vlinders die lijken op een dagpauwoog. Soms zie ik twee vlinders die om elkaar heen fladderen en dan weer ieder een kant op vliegen. Ik probeer ze op de foto te zetten, maar ze laten zich niet pakken.

Het doet me denken aan Simon toen hij drie was en ons buurmeisje Elizabeth in Uithuizermeeden. Beppie, de buurvrouw en ik waren ze even uit het ook verloren en ze waren in geen velden of wegen te bekennen. Ik trok er op de fiets op uit en vond ze anderhalve kilometer verder, bij een grote weg buiten de bebouwde kom. Ze deden een spelletje en hadden de dikste lol: telkens als er een auto aan kwam rijden gingen ze de weg over. De auto's remden en toeterden, prachtig vonden ze dat. Ik heb ze op mijn fiets gezet en ben naar huis gereden. Toen ik vroeg hoe ze daar beland waren, vertelden ze dat ze achter een vlindertje aan waren gelopen...

Het wandelen langs het kanaal verveelt me niet, het is er heerlijk rustig. Zo nu en dan fietst er iemand voorbij en groet mij vriendelijk. Ik ben niet opgepakt door de modepolitie, dus mijn outfit zal wel niet te storend zijn.

Ik heb de googlemaps ingesteld, omdat ik straks van de route af moet. Broeder Filippe schreef het adres voor me op en dat heb ik ingesteld. Eigenlijk is het heel simpel, ik moet telkens langs het kanaal en bij een grote weg afslaan naar rechts. Als dan de stem uit mijn broekzak zegt: "naar rechts" volg ik dat op. Weg met het routeboekje, relaxed lopen is dit. Ik loop een stuk over een drukke weg en kom weer uit bij de Seine, die mooi door het landschap slingert. Nog een stukje verder kom ik uit bij een dorpje, Saint Mesmin met een brug, over een zijtak van de Seine vermoed ik, en een strandje en een soort promenade: erg leuk om te zien. Bij de Mairie ga ik naar binnen voor een toiletbezoek. De eerste deur die ik open doe is de bezemkast, de tweede is raak! Goed geregeld hier. Opgelucht en wel twee kilo lichter trek ik verder. Nog bijna vijf kilometer en ik ben er! Ik kom uiteindelijk uit bij een grote weg, die van Parijs naar Troyes gaat, in Fontaine les Grès. Daar ga ik in de schaduw, in de portiek van een leeg winkelpand zitten. Ik pak de kaart erbij van m'n boekje en vergelijk het met googlemaps. Ik snap er niks van. Ik moet in Savières zijn. Ik toets het adres nogmaals in en zie dat ik nog maar tien minuten hoef te lopen. Dan loopt er een man voorbij die een praatje aanknoopt. Hij spreekt een beetje Engels en nodigt me uit voor een kopje thee. Nou vooruit, het zit hier ook niet echt "formidable". Zijn huis is een klein appartementje pal aan de grote weg. Hij houdt de deur open en wij zitten in een klein keukentje waarvan de ruimte in beslag genomen wordt door de tafel en de stoelen. Als hij door heeft dat ik een voetreis maak in m'n eentje, zegt hij: "Ik ben ook alleen, mijn vrouw is weggegaan, je mag wel blijven slapen". Ik help het misverstand maar even uit de weg en zeg: "Ik loop nu weg, maar ik kom weer terug bij m'n man!" Het is natuurlijk aardig aangeboden en misschien is deze meneer wel in voor een avontuurtje, maar het lijkt me beter dat we het bij de thee laten. Hij helpt me nog met het zoeken van het adres. Dan toets ik de naam en het adres in op Google en vindt een telefoongids waarin het adres iets anders staat. Ik kopieer en plak het in de googlemaps en dan blijkt dat ik nog een uur moet lopen in plaats van tien minuten... Ik bel Yves en Catherine om te vertellen waar ik nu zit en dat het nog een uur duurt voordat ik er ben.
Na een baalmoment, pak ik mezelf weer op, ik heb een leuke pauze gehad en ondanks dat ik dacht dat ik er belachelijk uitzag een uitnodiging voor een: "voulez vous couchez avez moi, ce soir?"
Via een graspad door de weilanden kom ik uit bij mooie schuren en een erf, zonder hond deze keer. Ik loop verder over een zandpad en kom uit bij het spoor. Als ik achterom kijk zie ik een prachtig groot huis met oprijlaan. Dan komt er een Audi Quattro aanrijden en stapt een boze Franse madame uit. Ze is furieus en gaat tegen mij te keer, de honden die ik onderweg tegenkom zijn er niks bij! Als ze uit getierd is, zeg ik: "Je ne comprendre pas" (ik begrijp het niet). "Je suis une Pelerin de Saint Jacques de Compostelle et je suis Hollandaise". "C'est privé", zegt ze. Ik verontschuldig me: "Excusez moi" en loop verder. Nou moe, die was boos! Zou googlemaps me langs een privé weg sturen?
Naast de spoorbaan ga ik verder en dan zie ik in de verte iemand naar me toe komen lopen; het is Catharine, mijn gastvrouw. Ze neemt me mee naar haar huis, zet me in een luie stoel en maakt een ijsbad voor m'n voeten klaar: heerlijk! Dan krijg ik thee en koek en heel veel aandacht. We zijn nieuwsgierig naar elkaar. Dan komt de vraag of ik kinderen heb en ondertussen weet ik in het Frans vol trots te vertellen hoeveel, hoe ze heten en hoe oud ze zijn. Dan vertelt ze over haar kinderen en daar word ik dan toch wel heel stil van. Ze heeft een zoon van drieëndertig, ze laat een foto zien van twee jongens, en een die is overleden aan kanker toen hij twintig was. Hij zou nu negenentwintig zijn geweest, net als Paul, onze oudste.
Poeh...
Dan komt ze met een foto van twee kleine stoere mannetjes en zegt: cadeaux! Dat zijn haar kleinzoons, waar ze erg trots op is.

's Avonds om acht uur gaan we eten en is het erg gezellig. Ze vinden het ontzettend leuk dat broeder Filippe ze gevraagd heeft om mij "op te vangen". Met behulp van kunst en vliegwerk en de vertaal-app op de iPhone komen we een heel eind.

  • 20 Maart 2014 - 23:42

    Liana:

    Ondanks een enkele onvolkomenheid was het een gouden dag :)

  • 21 Maart 2014 - 00:08

    Geertje:

    Lieve Petra,
    wat sta jij toch zéér in de liefde, voor de ander en voor jezelf: leve de wind langs je blote benen.
    Liefs Geertje

  • 21 Maart 2014 - 00:10

    Minke Geurts:

    Lieve Petra,

    Wat een avontuur! Kan er na de Heilige mis nog een "geestrijk" stukje af? Dit vond ik in de Hûskrante van Talma Hûs Feanwâlden.

    Pelgrimszegen
    Dat gezegend is deze tijd van groei en bloei
    Dat gezegend is deze periode van minderen en loslaten.
    Dat uw rennen wandelen en uw prestatiezucht genieten wordt.
    Dat juist nu uw huis meer een thuis wordt en vriendschapsbanden sterker worden.
    Neem de tijd om stil te staan bij hetgeen u draagt.
    Leef in verbondenheid met uw ziel en met respect voor uw lichaam.
    Geniet van wat mensen u bieden en van wat de natuur u schenkt.
    Heb een goede tijd en ga
    met de kracht van de hemel,
    het licht van de zon,
    de jacht van de wind,
    de vastheid van de aarde.

    (Peter Denneman)


    Liefs mam. Oant moarn

  • 21 Maart 2014 - 00:22

    Pylger Andrys:

    Hoi Petra,
    Bedankt voor je berichtje, jij al 60 dagen onderweg. En ik begin morgen aan mijn eerste...
    Tenminste de eerste met als eindbestemming Santiago. Verschrikkelijk veel zin om "troch de fjilden der yn it Bild te rinnen ", het weer maakt inderdaad niet uit. We missen wel een fierljepstok! Mijn jongens zijn echte Limburgers, die kennen dat niet. Nou drie dagen met zijn drietjes, daarna alleen verder...
    It giet dy goed, do makkest hiel mat mei! Moarn bin ik ek Pylger. Andrys

  • 21 Maart 2014 - 12:32

    Martha:

    Dat vind ik zo mooi aan de katholieken: ze improviseren en hebben iets luchtigs - wil er iemand een mis met eucharistie en is er een priester in de buurt, nou dan doen ze dat gewoon. Overigens is het drinken uit de wijnbeker doorgaans voorbehouden aan de priester(s), het gewone volk wordt geacht het ouweltje te dopen.
    Mooi, zo'n viering speciaal voor jou. Neem de zegen mee op je reis.

    Liefs, Martha

  • 21 Maart 2014 - 21:36

    Jettie Wijnia:

    Ha die Petra toch.....al twa moannen underweis, de stap d'r yn, de holle yn de wyn, de blauwe loft boppe dy mei faek een glimp fan de sinne, wat wolst noch mear.

    Ver van huis, maar toch ook weer niet, in gedachten gaan we met je mee, willen is kunnen, dat heb je al vaak laten zien.

    Je eigen mannen zijn op afstand, maar zijn in het gevoel dichtbij, wat wolst noch mear...

    Gean mar noflyk dun stappen setten, du komst d'r wol!

    Mei een hertlyke rin/fietsgroet ût Frieslân.

    fân Jettie.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Petra N.

Goed voorbereid de wijde wereld in - Met vertrouwen de toekomst tegemoet! Wie is toch dat kleine mannetje? In 1984 werden we lid van de Donald Duck, met als excuus dat het leuk zou zijn voor ons aanstaande eerste kind. Ondertussen zijn we alweer bijna 30 jaar lid van de DD. Vanaf 1975 tot 2001 hebben de verhalen van Douwe Dabbert als vervolgverhaal in het weekblad Donald Duck gestaan. Een Nederlandse stripreeks rond een dwerg met een magische knapzak, bedacht door tekenaar Piet Wijn (1929-2010) en scenarist Thom Roep (1952). Douwe Dabbert is een klein kabouterachtig mannetje dat allerlei vreemde avonturen beleeft, vaak met bovennatuurlijke wezens. Hij heeft een toverknapzak waarmee hij zichzelf uit de meest benarde posities kan redden omdat er altijd dingen in zitten die hem uit de brand helpen. Deze knapzak heeft hij geërfd van zijn grootvader, die zoals Douwe het zelf zegt 'een beetje toveren kon.' De knapzak bevat altijd net datgene wat Douwe nodig heeft, maar wanneer een ander de zak doorzoekt is deze doorgaans leeg, of bevat hij zaken als modder en zand. De verhalen, maar ook de tekeningen spraken mij erg aan. Later, omstreeks 2010, zocht ik een symbool passend bij de titel voor mijn eindscriptie van de Master-opleiding Special Educational Needs (SEN) met de uitstroomrichting Autismespecialist. Het onderwerp was de transitie van thuis naar uitwonend voor adolescenten met ASS, de titel: "Goed voorbereid de wijde wereld in". Deze titel koos ik omdat ik als levensloopbegeleider adolescenten met ASS vaardigheden aanleer die ze niet vanzelfsprekend ontwikkelen, maar die wel nodig zijn voor hun zelfredzaamheid. Douwe Dabbert met zijn knapzak vond ik een passend symbool voor deze jongeren. Douwe Dabbert staat symbool voor de jongere die de wijde wereld intrekt, de toverknapzak staat symbool voor de aangeleerde vaardigheden en de brug waarover Douwe Dabbert loopt voor de transitie. Na mijn scriptie schreef ik nog een supervisieverslag en maakte ik de verbinding met mijn eigen proces met als titel: "Met vertrouwen de toekomst tegemoet!" In de supervisiescriptie beloofde ik mezelf om meer te gaan genieten van mijn leven. Ik zie deze stap dan ook als een logisch vervolg van mijn levenspad.

Actief sinds 05 Okt. 2013
Verslag gelezen: 733
Totaal aantal bezoekers 244886

Voorgaande reizen:

20 Januari 2014 - 30 November -0001

Santiago de Compostela

Landen bezocht: