Dag 69: Collan - Saint-Cyr-les-Colons (20 km) - Reisverslag uit Saint-Cyr-les-Colons, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu Dag 69: Collan - Saint-Cyr-les-Colons (20 km) - Reisverslag uit Saint-Cyr-les-Colons, Frankrijk van Petra N. Teeninga-Reitsma - WaarBenJij.nu

Dag 69: Collan - Saint-Cyr-les-Colons (20 km)

Blijf op de hoogte en volg Petra N.

29 Maart 2014 | Frankrijk, Saint-Cyr-les-Colons

Het was me het dagje wel...

Vannacht weer met de oordopjes in geslapen. Voordeel: ik hoor het snurken niet en ik heb niks gemerkt van Michelle die al op was en van half 7 tot half 8 aan het rommelen was, volgens Hubert.

Michelle blijft hier nog een nacht, want volgens haar is er geen plek op het volgende adres. Zij wil vijfendertig kilometer verder gaan, maar ik neem genoegen met twintig. In de plaats waar ik uit kom is een gemeenteherberg en 's weekends staat de naam van de contactpersoon op een briefje bij de deur. Hubert wil met me mee en ik vind 't prima. Hubert is een lieve kerel, ik kan met hem lachen en ik kan mijn eigen tempo lopen.

Ik maak m'n ontbijt, had nog een banaan bewaard, en Hubert ontbijt in Chablis, zeven kilometer verderop.
We kussen Michelle en ze zwaait ons uit, terwijl wij om de hoek verdwijnen. Direct gaat het pad steil omhoog, terwijl onze benen nog niet ingelopen zijn. Als we boven aan zijn gekomen, realiseer ik me dat ik m'n stokken mis! Ik wil teruglopen om ze te halen, als Hubert zegt: "Rugzak hier laten". Ach natuurlijk, dat is wel zo slim... Ik loop het pad af en dan zie ik Michelle al aan komen lopen, zwaaiend met de stokken boven haar hoofd. Het is een gek gezicht en ik moet er wel om lachen. We nemen weer afscheid en ik loop terug, het steile pad op naar Hubert en mijn rugzak.

We lopen langs de wijngaarden naar Chablis. Alle wijnstokken zijn al gesnoeid en sommigen botten al uit. We zien zelfs knoppen en beginnende blaadjes. De wijnstokken zijn eigenlijk maar lelijke dingen, soms lijken het oude, gebogen, gerimpelde mensjes, bruingeblakerd door de zon.

We lopen zeven kilometer en belanden in Chablis, een toeristische wijnplaats met de rivier Serein. Hubert is blij dat hij eindelijk kan eten want "ich falle von fleisch", zegt hij. Ik moet er wel om lachen. De uitdrukking in het Nederlands is natuurlijk ook apart: "van je stokje gaan". Bij de Chablis bar gaan we een ontbijt bestellen voor Hubert en een koffie voor mij. Er zitten vier Duitse vrienden bier te drinken en die maken contact met ons. Hubert vertelt ze van onze onderneming en ze wensen ons nog een goede reis.
Nu we hier zijn, vinden we dat we dan ook maar een Chablis-wijn moeten proeven. Bij de VVV vragen we waar dat kan. Volgens de mevrouw bij de Chablis bar. We gaan weer terug naar het terras en bestellen twee Chablis wijn. De Duitsers zijn vertrokken en nu zitten er twee andere mannen. Ook zij maken contact en ik meen ze Nederlands te horen praten tegen elkaar. De een komt uit Den Haag en de ander uit Delft. Ze zijn samen een weekend op stap en genieten hier van de wijn. Als we willen afrekenen blijkt dat de twee vrienden voor ons betaald hebben! We bedanken ze hartelijk en stappen vrolijk verder. Iedereen in het plaatsje is even aardig en groet ons vriendelijk. Volgens Hubert komt dat van de Chablis. Bij de Intermarché halen we boodschappen, ook voor het avondeten. We eten alvast een baguette met kip en drinken daar warme chocolademelk bij. Dan gaan we verder, langs allerlei wijnhuizen naar Courgis. We gaan veel heuvels op en af en raken de tel kwijt. Overal waar we kijken zijn wijngaarden. We zijn goedgehumeurd en zingen wat af. "Wenn Engel unterweg sind lacht der Himmel", zegt Hubert. Mooi gezegd... Courgis en Préhy zien we al vanaf de heuvels liggen. Courgis is om, maar er staat een oude kerk met een afbeelding van Sint Jacobus. We gaan er toch maar heen. Meestal moeten we afdalen naar een dorp, ook nu, en de afdaling is erg steil, maar we moeten ook weer omhoog om bij de kerk te komen. We zien dit maar als een training voor de Pyreneeën. We komen een wijnboer tegen die erg moet lachen als hij ons ziet. Hij maakt golvende bewegingen met zijn arm. Hij weet dan natuurlijk al hoe onze route gaat. Vlak voordat we bij de kerk zijn komen er drie auto's aanrijden van de Gendarmerie. Er komen wat dorpsbewoners kijken wat er aan de hand is. Wij weten het ook niet, maar het maakt wel indruk in zo'n klein dorp. De kerk is natuurlijk dicht, en we gaan op een bankje zitten om een pauze te houden. Ik doe m'n fleecejas uit, het is veel te warm. Mijn "hangbeurs" doe ik in m'n rugzak.

Vanaf dit dorp lopen we langs een begraafplaats en wijngaarden naar de kapel van Préhy. Wanneer we in het dorp zijn nemen we de laatste pauze en zitten op een muurtje. Een dorpsbewoner fietst twee keer langs en vraagt nieuwsgierig waar we heen gaan en waar we vandaan komen. Hij groet ons vriendelijk en wenst ons "Bon Courage". We gaan weer een aantal keren heuveltje op en heuveltje af. Vandaag zijn de heuvels echt steil. De tenen worden geplet als ik naar beneden loop en ik moet m'n spieren aanspannen om me zelf met rugzak tegen te houden.

Tegen zessen bereiken we Saint-Cyr-les-Colons. Bij de bakker, die nog open is, vragen we waar de slaapplaats voor pelgrims is. De mevrouw wijst ons de weg. Daar blijkt de Gîte vol te zitten! "Complet" staat er op de deur. We gaan naar binnen en vragen een vrouw of we er eventueel nog bij kunnen, maar dat wil ze niet. Ze geeft ons een telefoonnummer. Ik bel, maar de persoon aan de andere kant spreekt alleen Frans en het is te ingewikkeld om uit te leggen wat er aan de hand is. Ik vraag de huurster van de Gîte. Zij overlegt met de mevrouw aan de andere kant van de lijn en loopt dan richting straat en gebaart naar ons dat we mee moeten komen. We volgen haar, terwijl ze druk aan het praten is aan de telefoon. Uiteindelijk staan we stil bij een huis. Dat blijkt een B&B te zijn. We bellen aan, maar niemand reageert. We zien een telefoonnummer en de Gîte-huurster of ze wil bellen voor ons en dat doet ze. We hebben al snel door dat het goed komt. We moeten een uur wachten en dan komt de eigenaar.

Tegenover het huis is een stenen bank. Ik pak m'n slaapzak uit en ga er op zitten. Hubert is met de pasta en bolognesesaus naar de Gîte-mevrouw om te vragen of hij het mag opwarmen. Hij komt terug met het opgewarmde eten en de B&B eigenaars komen er ook aangereden.
We worden hartelijk ontvangen, mijn rugzak wordt meegesjouwd door de man en we mogen buiten aan de tafel zitten. Er wordt een wijntje ingeschonken en vol belangstelling gevraagd naar wie we zijn enz. De gastvrouw spreekt goed Engels.
We hebben het gezellig en ze wijst ons onze kamer met een tweepersoonsbed. Gelukkig is er ook een eenpersoonsbed bij en die wil Hubert wel. Eén kamer delen vind ik geen probleem, maar samen in een tweepersoonsbed gaat mij te ver... Ik leg de gastvrouw uit dat we geen stel zijn, ze verontschuldigt zich want daar had ze niet aan gedacht.

Ik begin met m'n vaste ritueel: telefoon opladen, accu camera opladen... en dan slaat de paniek toe, want waar is mijn portemonnee? Daar zit namelijk de reserve-accu in. Ik kan m'n portemonnee niet vinden!
De tas gaat op de kop, alles er uit... niks! Hubert en de man gaan met een zaklamp bij de bank kijken: niks! Dan vragen we of de meneer of mevrouw mee wil naar de kerk in Courges, want dat is de laatste plek waarvan ik weet dat ik het nog had. Mevrouw gaat mee en ik voel me naast dat ik bezorgd ben, knap lullig. Als we bij de kerk komen zien we vier jongens rondhangen. We vragen of ze wat gezien hebben. En als we zoeken bij de bank, gaat eentje in de tractor zo rijden dat hij met de lichten kan bijschijnen. Eentje schrijft mijn telefoonnummer op voor het geval iemand iets vindt. Erg sympathieke jongens in dit dorp!

We rijden naar het muurtje bij Préhy, maar ook daar vinden we niks. Een buurvrouw schrijft het telefoonnummer van de B&B op en belooft mensen in het dorp te vragen morgen. Ik zoek zelf nog bij de bank tegenover de B&B: niks!

Ik besluit Hilbrand alvast in te lichten. Hij zet het saldo op de rekening op 0. Ik heb gelukkig nog een creditkaart.
Ik zoek nog een keer in m'n rugzak en bedenk dat Hubert ook nog maar moet kijken omdat ik waarschijnlijk een blinde vlek heb. En terwijl ik dat denk, denk ik aan m'n geheime vakje... En zie ik weer voor me dat ik daar de portemonnee in stopte, die ik telkens om de hals droeg, maar met de warmte afdeed. Ik vond het te link in het bovenvak omdat ik die telkens open en dicht deed voor eten. Daar zou het uit kunnen vallen. En ja hoor! Hebbes!
Feest! Geen zoektocht meer: ik was van plan om de route vijf kilometer terug te lopen, geen politie inschakelen en passen blokkeren, geen credencial met stempels kwijt....
Morgen kunnen we gewoon verder gaan! Wel met de klok een uur vooruit...

  • 30 Maart 2014 - 13:35

    Marianne Van Asbrouck:

    Een klein teken van Belgie. Wat een avontuur met je portemonnee. Ouf is alles in orde !
    Bijna in Vézelay , het is goed.
    Viele Grüsse für Hubert en alles goed voor you.
    Groetjes

  • 30 Maart 2014 - 20:52

    Pylger Andrys:

    Hulp van Antonius of Jacobus? Morgen al in Vézelay? Weer een Mijlpaal!
    Fijne wandeling!

    Leafs Andrys

  • 30 Maart 2014 - 23:07

    Margriet:

    Hai Petra, wat een reis. En wat heb je mooi weer . Geniet van de mensen en het lopen. Gr. Uit Koekange.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Petra N.

Goed voorbereid de wijde wereld in - Met vertrouwen de toekomst tegemoet! Wie is toch dat kleine mannetje? In 1984 werden we lid van de Donald Duck, met als excuus dat het leuk zou zijn voor ons aanstaande eerste kind. Ondertussen zijn we alweer bijna 30 jaar lid van de DD. Vanaf 1975 tot 2001 hebben de verhalen van Douwe Dabbert als vervolgverhaal in het weekblad Donald Duck gestaan. Een Nederlandse stripreeks rond een dwerg met een magische knapzak, bedacht door tekenaar Piet Wijn (1929-2010) en scenarist Thom Roep (1952). Douwe Dabbert is een klein kabouterachtig mannetje dat allerlei vreemde avonturen beleeft, vaak met bovennatuurlijke wezens. Hij heeft een toverknapzak waarmee hij zichzelf uit de meest benarde posities kan redden omdat er altijd dingen in zitten die hem uit de brand helpen. Deze knapzak heeft hij geërfd van zijn grootvader, die zoals Douwe het zelf zegt 'een beetje toveren kon.' De knapzak bevat altijd net datgene wat Douwe nodig heeft, maar wanneer een ander de zak doorzoekt is deze doorgaans leeg, of bevat hij zaken als modder en zand. De verhalen, maar ook de tekeningen spraken mij erg aan. Later, omstreeks 2010, zocht ik een symbool passend bij de titel voor mijn eindscriptie van de Master-opleiding Special Educational Needs (SEN) met de uitstroomrichting Autismespecialist. Het onderwerp was de transitie van thuis naar uitwonend voor adolescenten met ASS, de titel: "Goed voorbereid de wijde wereld in". Deze titel koos ik omdat ik als levensloopbegeleider adolescenten met ASS vaardigheden aanleer die ze niet vanzelfsprekend ontwikkelen, maar die wel nodig zijn voor hun zelfredzaamheid. Douwe Dabbert met zijn knapzak vond ik een passend symbool voor deze jongeren. Douwe Dabbert staat symbool voor de jongere die de wijde wereld intrekt, de toverknapzak staat symbool voor de aangeleerde vaardigheden en de brug waarover Douwe Dabbert loopt voor de transitie. Na mijn scriptie schreef ik nog een supervisieverslag en maakte ik de verbinding met mijn eigen proces met als titel: "Met vertrouwen de toekomst tegemoet!" In de supervisiescriptie beloofde ik mezelf om meer te gaan genieten van mijn leven. Ik zie deze stap dan ook als een logisch vervolg van mijn levenspad.

Actief sinds 05 Okt. 2013
Verslag gelezen: 905
Totaal aantal bezoekers 244913

Voorgaande reizen:

20 Januari 2014 - 30 November -0001

Santiago de Compostela

Landen bezocht: